NL | FR

ik verwelkom de natuur in mijn tuin

Laat de natuur gerust haar ding doen in een deel van of in heel je tuin: wilde planten en bloemen zorgen niet enkel voor een overvloed aan kleuren en geuren, ze bieden ook voedsel en beschutting aan vogels, bijen, vlinders, lieveheersbeestjes, enz.

Woekerende planten kunnen soms vervelend zijn, maar de meeste soorten vallen best mee: sommige trekken insecten aan die nuttig zijn voor de tuin (paardenbloem, madeliefje), geven vogels een schuilplaats en voedsel (klimop, vlier) of verbeteren de bodem met hun wortels (zuring, klaver).

Andere zijn dan weer eetbaar (daslook, weegbree), geneeskrachtig (korenbloem, akkerviooltje) of gewoon mooi (wolfsmelk, klaproos). Er zijn zelfs onkruidverdelgers bij (rogge, zomeralsem …)! Vaak combineren ze, zoals de brandnetel, verschillende kwaliteiten.

In je tuin kan je ook wilgen, appelbomen, braamstruiken, meidoorn, heide, klaver, luzerne, knoopkruid, alsem, munt, netels … planten of laten groeien. Deze honinggevende inheemse planten (die dus aan ons klimaat en aan onze insecten aangepast zijn) bieden bestuivers kost en inwoning. Zorg ervoor dat er het hele jaar door bloemen staan: je het dus een grote plantenvariatie nodig. Plant geen dubbelbloemige variëteiten, want die produceren meestal geen nectar of stuifmeel.

Je kan ook schuilplaatsen voor vlinders, hommels, solitaire bijen, zweefvliegen … maken of zelfs een bijenkast opstellen. Gebruik zeker geen chemische insecten-, onkruid- of schimmelverdelgers: dat overleven de bestuivers vaak niet.



Deel