NL | FR

Voedertafel

Een wilde tuin is de beste manier om vogels aan te trekken. In de meeste tuinen kun je al snel een 10-tal soorten ontdekken. Extra vogelvoer zal heel wat van je gevederde gasten overtuigen om meer en dichterbij op bezoek te komen, zodat je ze nog beter kunt observeren.

ontdek

Een vogel gaat in je tuin op zoek naar voedsel. Het is belangrijk om alvast voor een gevarieerd menu te zorgen voor insecteneters, zaadeters en bessenetende vogels.

Elke vogel eet zoals hij gebekt is. Hoe meer variatie je aanbiedt onder de vorm van zaden, zonnebloempitten, vetblok, pindanoten en fruit en op hoe meer plaatsen je voedert, hoe meer soorten je aantrekt in je tuin.

De merel, de kramsvogel, de koperwiek, de zanglijster en de spreeuw eten brood, gewelde krenten en rozijnen, kaasresten, fruit, schillen en klokhuizen, alle soorten bessen en gekookte aardappelen. Je kunt deze gewoon op de grond uitstrooien, sneeuwvrij en op een open plek met beschutting dichtbij.

De koolmees, de pimpelmees, de matkop, de kuifmees, de zwarte mees en de staartmees zijn verlekkerd op vetbollen, slingers ongebrande, ongezouten pinda’s, halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten. Presenteer dit voer op de voedertafel of voederbuis of opgehangen in bomen of struiken.

De grote bonte specht en de boomklever zijn verzot op energierijk voer zoals ongezouten pinda’s en noten, vetbollen, zonnebloempitten, kaas zonder korst. Eventueel kun je deze vastmaken aan een boomstam op een rustige plek.

De huismus, de ringmus, de sijs, de distelvink, de vink, de keep en de groenling eten bruin brood, onkruidzaden, gemengd strooizaad, etensresten en zonnebloempitten. Leg dit alles op de grond, op de voedertafel of in een voederbuis.

De winterkoning, de heggenmus en de roodborst eten universeel voer, bessen, meelwormen, broodkruimels, maden, larven en ongekookte havermout. Strooi deze uit op de grond, op een plek waar geen sneeuw ligt en nabij een haag of struik.

Zomer en winter trekt een vogelbad met proper water een groot aantal vogelsoorten aan. Ook tijdens de winter is water voor vogels belangrijk. Vogels eten sneeuw en als het vriest, kun je het ijs afschrapen zodat de vogels de ijssplinters kunnen eten.
 

doe tip

Geef je extra voer, begin dan met het plaatsen van een voedertafel. Kies voor een overdekt voederhuisje, zodat het voer beschermd is tegen regen. Een voedertafel moet opstaande randen hebben. Hang de tafel aan een boom of plaats ze op een staander op een hoogte van ongeveer 1,5 meter.

Een voederbuis of voederhokje kun je eenvoudig ophangen in een boom of struik; het zal druk bezocht worden door vinken en mezen. Een pindasilo met draad zorgt ervoor dat de vogels niet kunnen wegvliegen met een hele pinda en dus heb je langer kijkplezier.

Lijster, roodborst, heggenmus en vink pikken graag hun voer van de grond. Maak een plaatsje vrij van sneeuw en bladeren om gemengd zaad, zonnebloempitten en een opengesneden appel te voederen.

Als het kouder wordt zijn vetbol en blokken vet met insecten of zaden sterk gegeerd bij mezen en mussen. Zaad en vet bevatten veel energie per gram, veel meer dan regenwormen en insecten. Tuinvogels krijgen dus snel de levensnoodzakelijke vetten en voedingsstoffen binnen.

Voer niet te veel tegelijk en liefst ’s morgens vroeg en later op de dag nog een keer. Zorg dat de voederplek goed leeg wordt gegeten. Overdadig voeren trekt muizen en ratten aan. In het veld is dit niet zo’n bezwaar: het helpt soorten als de torenvalk en uilen. In de woonomgeving is het natuurlijk niet wenselijk.

Het is belangrijk dat je de voedertafel regelmatig schoonmaakt met heet water en een borstel. Dit voorkomt dat vogels ziek worden van beschimmeld en rottend voedsel. Daarnaast kan een vervuilde voederplank een besmettingshaard zijn waar vogels elkaar besmetten met ziektekiemen.
Meer informatie over het voederen van vogels? Klik dan op www.natuurpunt.be/tuinvogels.

Geen succes met het bijvoederen? Bedenk dan dat vogels ook beschutting nodig hebben. Zorg dat er binnen een afstand van maximaal 2 tot 3 meter van de voederplaats een struik met doornen zoals braam of meidoorn is of een altijd groene struik zoals taxus. Vogels moeten kunnen wegduiken als ze aangevallen worden door roofvogel of kat.

Ben je niet zeker welke vogel je ziet en heb je niet de juiste vogelgids? Je kunt foto’s van alle tuinvogelsoorten raadplegen op www.natuurbeleving.be

 

 

 

Huis

Huis

Hoe help je de biodiversiteit in je huis?

tuin

Tuin

Hoe help je de biodiversiteit in je tuin?

straat

Straat

Hoe help je de biodiversiteit in je straat?

 


Deel