NL | FR

De grijze garnaal: een positief verhaal

De grijze garnaal (wetenschappelijke naam: Crangon crangon) is een typische bewoner van de Belgische kustwateren, met een voorkeur voor zand- en slibbodems. Het is een schaaldier (Crustacea), en behoort tot de Arthropoda, de stam waartoe ook de insecten en spinnen behoren. Garnalen zijn tienpotigen, zoals de krab en de kreeft. Het lichaam bestaat uit een kopborststuk en een beweeglijk achterlijf.

Garnalen bereiken een commerciële lengte van 5 cm na ongeveer een jaar. Een garnaal wordt twee tot drie jaar oud. Garnalen worden heel het jaar door gevangen, maar de grootste aantallen worden in de zomer en de herfst opgevist.

Het voedsel van garnalen bestaat uit kleine schaal- en schelpdieren, wormen en organisch afval. Garnalen worden zelf gegeten door verschillende vissen zoals platvissen, kabeljauw en wijting. Om zich voor mogelijke predatoren te behoeden, zijn ze goed gecamoufleerd en verschuilen ze zich overdag in het zand. Een garnaal kan lopen en vooruit en achteruit zwemmen.

Zoals alle Arthropoda moeten garnalen vervellen om te kunnen groeien. Een garnaal vervelt ongeveer 30 keer in haar leven.

Na een stevige terugval zit de grijze garnaal sinds enkele jaren opnieuw in de lift in de Noordzee. Dit is het gevolg van het wereldwijd bannen van de stof tributyltin (TBT), een bestanddeel van de verf op schepen die de aangroei van dieren en planten op de romp moet voorkomen. Sinds 2003 is het verboden om TBT te gebruiken en sinds 2008 mag er zelfs geen oude TBT meer op scheepsrompen aanwezig zijn. De daling in TBT in het zeewater heeft ervoor gezorgd dat het aantal garnalen de laatste jaren aanzienlijk toeneemt, en dat er ook tienmaal minder TBT in de garnalen zit. Het is dus duidelijk dat goede beleidsmaatregelen echt wel concreet resultaat leveren voor het leven in zee en voor de mariene biodiversiteit!


Deel